Ziekte van de tijd
Ja, ‘t is een raar wezen. Het wezen waar we naar streven, het niet moeten te
beleven. Want we willen blijven leven.
‘t Is een wezen van heel erg ver. Tenzij je een familielid een vriend of een kennis
hebt, dat het wezen kent.
Dan is het ineens heel erg dichtbij en dat maakt ons alles behalve blij. Want dan sta
je ineens in de wachtende rij.
Het wezen komt altijd onverwacht, dan bevries je van onmacht en verlies je het
levenslicht.
Het is een wezen dat je niemand toewenst, zelfs niet de grootste onmens.
Het is het wezen van onze tijden, terwijl we onbezorgd leven trachten we het toch
te vermijden.
Het komt in het gehele lichaam voor, terwijl de voornemens van de dokter zingen
in koor.
Het is een ziekte die iedereen kan krijgen, mannen, vrouwen zelfs kinderen.
Dan komt ineens de vraag, is het dat wat de grote macht wil of mag.
Dan wil je jouw eigen leven geven, opdat de geliefde zou mogen blijven leven.
Er is ook hoop voor deze die het wezen hebben, met doktersondernemingen vol
met onderzoeken en pillen.
We hopen dan dat het wezen niet te groot is en enkel op een kleine uitbreiding zit
of tijdelijk is.
Dan volgt het gevecht tegen het wezen, zodat we terug
mogen genezen.
En we het leven terug mogen omhelzen en we onbezorgd kunnen lopen in een bos
vol elzen.