De dood
Bij het starten van de levensweg maak jij geen onderscheid tussen rijk of arm. Zo
blijft het pad steeds een dodengang.
Enkel jij hebt geen lieve kinderen en laat je dan ook door niemand verhinderen.
Terwijl we vrezen voor jouw bestaan, omhelzen we je enkel wanneer we aan een
begraafplaats staan.
Stap voor stap onderweg naar jou, staan we met een been van het einde.
We binden zelf een overleden paard aan een boom om jou niet te moeten
omhelzen.
Ouder wordend lijdt de waarheid steeds meer pijn, terwijl jij ons steeds vaker
begeleidt.
Wanneer we dan doodmoe jou mogen omhelzen en we dood zijn als een pier.
Als jouw hemd geen zakken meer heeft, dan is de rouw klein, want elke oude koe
valt wel eens dood.